NOODVERLICHTING

Verschillende types noodverlichting:
Decentraal
Permanente of niet permanente noodverlichting bevat alle componenten zoals de accu, lichtbron, elektronica in het armatuur of extern maar binnen 1 meter van het armatuur.

Armatuur t.b.v. centrale voeding
Armatuur aangesloten op een centrale noodverlichting voeding


Belangrijke eigenschappen noodverlichting:
Lichtopbrengst lumen

De lichtopbrengst vermeld door de fabrikant in lumen, 15 seconden na stroomonderbreking (0,5 seconden in geval van gevaarlijke werkplekken) en voor de duur van de autonomie.

Autonomie
Tijdsduur van noodfunctie zoals vermeld door fabrikant met opgegeven lichtopbrengst.


REGELGEVING

De Arbo-wet, het Bouwbesluit en de normbladen NEN-EN 1838 en NEN-EN 50172 zijn de basis voor ontwerp, aanleg en instandhouding van installaties. Controlepunten zijn de aanwezigheid, het functioneren en het onderhoud van de noodverlichting.

Doordat de overheid langzaam maar zeker terugtreedt in de rol van handhaver, komt de zorgplicht voor de veiligheid in gebouwen bij de eigenaar (Bouwbesluit) en de gebruiker (Arbowet) te liggen. 

De installatietekening van de noodverlichting dient ter plaatse beschikbaar te zijn. Deze tekening moet duidelijk zichtbaar weergeven waar alle noodverlichting is geplaatst en moet bij iedere wijziging worden bijgewerkt

Er dient een logboek aanwezig te zijn waarin alle tests, defecten en wijzigingen worden bijgehouden.

Het logboek moet de volgende informatie bevatten:

  • Datum van inbedrijfstelling, alsmede alle benodigde certificaten;
  • Datum van alle periodieke inspecties en testen;
  • Gegevens en beschrijving van alle wijzigingen, inspecties en uitgevoerde testen;
  • Datum en beschrijving van de fouten en correctie van deze fouten;
  • Datum en beschrijving van alle wijzigingen in de installatie;
  • Indien een product met automatische test wordt gebruikt, een beschrijving van de belangrijkste kenmerken en de resultaten van de testen.